Zout en licht

lieve ome Jan,

Zout en Licht hebben het meteen op zich genomen om het verhaal van onze ontmoeting zaterdag door te breien.

Ik had u niet verteld, dat ik midden in een gevoelig treffen was met een vriendin was, toen ik bij u op bezoek was. Het voelde op dat moment ook niet meer zo gevoelig: ik was gewoon erg blij dat ik bij u was. Maar in de nacht van zaterdag op zondag had ik er weer een halve slapeloze nacht van. Ik dacht nog: als u nou email had, dan had ik u mooi een nachtelijk schrijven kunnen sturen dat u dan bij uw nachtelijke kopje koffie had kunnen nuttigen. Maar zondagochtend dacht ik: ik moet vandaag maar eens proberen of ik deze vriendin kan vinden, want het kost me m’n nachtrust. Meestal geef ik het meer de tijd, maar ik dacht: deze gaat niet zo maar stoppen.

Het trof: zij had geprobeerd me te bellen en we hadden beide hetzelfde tijdstip van ontmoeten voor ogen. Dat is al een hele prestatie, in tijden van misverstaan. We gingen tegenover elkaar zitten en zij begon me te vertellen waar ze allemaal pijn aan beleefde in ons samenzijn. Ze had me gevraagd helemaal uit te mogen praten, zonder dat ik interrumpeerde. Dus dat deed ik maar, me vasthoudend aan m’n kopje thee. Van elk concreet beeld, van waaruit zij pijn had beleefd, kon ik daarna mijn kant vertellen. Hopend dat ze een beeld kon hebben van mijn binnenkant, die helemaal niet bezig is met haar afwijzen, maar die bezig is met beleven wat ik beleef. Waar ik af en toe met m’n volle aandacht bij wil zijn, moet zijn,

Op een gegeven moment hadden we alles wel gehad. Zij had een voornemen geuit, met een soort van plechtige uitspraak dat “er iets gedaan was”. Dat de pijn van het verleden gedaan was. Het nieuwe voornemen zou gaan betekenen dat ze pijn zou voorkomen. Ik kon dat zinnetje niet zo goed aannemen. Soms krijg ik gewoon niet het goeie beeld bij wat iemand zegt. Een beetje zoals u mij kon aankijken toen ik iets aan het gedicht toevoegde over het scheppen van de mens naar Gods beeld.

Maar toen ze het lang genoeg herhaalde, nam ik hem zelf ook in de mond. “Er is iets gedaan. En dat heeft slachtoffer gemaakt.” zei ik. Nu was het aan haar om naar me te kijken en te proeven hoe ze dat kon aannemen. Toen vroeg ze me: “Hoe heeft dat met zout te maken?”

Deze vraag verrukte me zo, omdat het me natuurlijk meteen meenam naar Zout en Licht, dat ik niet eens vroeg hoe ze op die vraag gekomen was. Toen was het aan mij om te vertellen. Dit verhaal van pure vreugde, van onze ontmoeting, van uw verhaal over het naamgeven van deze tweeling. Het werd een illustratie van hoe vrij we waren op dat moment.

Vanmorgen  had ik een andere vriendin aan de lijn, die ook aanwezig was geweest bij het oud- en nieuwgebeuren waar de eerste vriendin zo’n pijn aan had beleefd. Ook bij haar had de eerste vriendin haar verhaal gedaan en ik hoorde dat gesprek aan. Daarna vertelde ik ook van mijn ontmoeting en weer vertelde ik het verhaal van Zout en Licht. Op het moment dat ik Zout en Licht noemde, wist deze vriendin meteen een plek van Zout en Licht: Salinas op Ibiza. Ze vertelde dat het licht daar zó puur is, de zout…stranden (?) daar, dat het niet op een foto vast te leggen was. Maar de manier waarop ze dat vertelde was zó beeldend, dat ik het eigenlijk meteen voelde. In de  ogen, zei ze, kun je dat voelen. Die puurheid. Toen vertelde ik haar over het zusje van Zout en Licht. En ik weet dat ook zij zusje is van twee broers. Daardoor voelde het alsof ik haar ook zo mocht noemen: “Parel van de akker”. Ze zag het meteen, mijn van oorsprong Vinkeveense vriendin: hoe zij zelf als klein meisje over de Vinkeveense akkers liep, en daar schatten zocht. En ze voelde ook meteen dat ik haar de naam gaf.

U heeft ons een ochtend van pure schoonheid bezorgd, ome Jan. En gisteren dus ook al een weergaloos einde van 3 hele verwarrende dagen.

Veel liefs daarvoor! En voor al het andere.