liefde

lieve ome Jan,

al sinds we na ons bezoek van laatst bij jullie wegreden, wil ik u schrijven. Omdat het me verpletterde me te realiseren dat ú degene was, die me aan m’n sociaal diaconaal jaar heeft geholpen. Ik dacht: ik móet u vertellen hoe belangrijk dat voor me is geweest. En nu ik op mijn computertje in mijn mapje met “brieven naar oom Jan” m’n vorige brief aan u lees, vind ik het des te leuker om m’n plan ten uitvoer te brengen, want m’n reis naar Taizé, waar ik u toen over schreef, was een direct gevolg van het sociaal diaconaal jaar (SDJ).

Voor het SDJ werd ik tewerk gesteld bij stichting Rosenburg, het psychiatrische ziekenhuis van Den Haag. En ze hadden een kamertje gevonden in een zusterhuis van een algemeen ziekenhuis, Sint Antoniushove in Leidschendam. Ik zat daar op een kamertje van 2 bij 4 (wat al een geweldige luxe was voor me) op een gang met allemaal meiden die in Antoniushove leerden en werkten, behalve één meisje, Carina Ros, dat ook op Rosenburg te werk gesteld was door het SDJ. We zagen elkaar niet heel erg vaak, want hadden wisselende diensten en zelden vrije dagen samen, maar toch ontstond een innige vriendschap tussen ons, die ik nog steeds zo noem ook al zie ik haar nauwelijks meer. Ze is bijvoorbeeld wel op onze bruiloft geweest.

In Rosenburg was het een vreemde wereld. Echt zo’n oud psychiatrisch ziekenhuis, met lange gangen en deuren, die als ze dichtslaan zo’n galmend na-geluid gaven. Ik kwam op een geriatrische afdeling terecht, waar demente bejaarden verbleven en mensen met andere psychische problemen, die gewoon oud geworden waren in Rosenburg. Als ik nog aan de kakofonie van geluiden denk, die daar door de ruimte kaatsten, moet ik lachen van de absurditeit.

Ik had in die tijd nog nooit een “gek” gezien en hier was een palet van alle uitersten aanwezig. Ik keek m’n ogen uit en heb gewoon aangepakt wat er aan te pakken was. In die tijd kon ook nog veel. Als verpleeghulp kreeg ik steeds meer vertrouwen van het verpleegteam. Ook insuline spuiten, bijvoorbeeld, en medicijnen delen, wondbehandeling – alles mocht ik doen.

Gaandeweg zag ik geen gekte meer van de mensen, omdat ik een relatie met ze had opgebouwd. Met de vrouw van 92 die al vloekend en scheldend haar dekens tot haar kin optrok als ik haar kwam wekken, met de vrouw van vroeg 60 die de ziekte van Huntington had en vol contracturen op een stoel zat en alleen nog maar kon eten en slapen en loeien als ze pijn had, met de vrouw die maandenlang haar lichaam als een plank hield en die als bij toverslag ineens al haar spanning had losgelaten en een normale vrouw werd waar je normaal mee kon praten, met de vrouw die kon schateren van het lachen, waarbij haar bovengebit naar beneden klapte (dat beeld heb ik nog lang opgezocht als ik beelden zocht om vrolijk van te worden), met de Indische vrouw die zwakbegaafd was en in haar lieflijke tijden “Bing Bongggg” zong. Ik kan ze allemaal moeiteloos naar voren halen.

Het was een rijk jaar, dit eerste jaar dat ik op mezelf woonde. En achteraf grappen Lucas en ik wel eens dat we elkaar misschien toen ooit al ontmoet hebben, omdat ik van Leidschendam naar Den Haag-Zuid moest fietsen en hij de tegengestelde richting nam. Alsof ik toen, al een vleugje van hem opgesnoven kon hebben. Het was zo fijn, de bescherming van dat zusterhuis als eerste kamer buitenshuis, en de bescherming van de mensen van het SDJ voor de werkbegeleiding en de arbeidskeuzebegeleiding. En aan het eind van dit jaar werd ik dus door een collega-SDJ-er, Pauline, uitgenodigd om mee te rijden naar Taizé. Dit jaar en de reis naar Taizé hebben me zo veel liefde en veiligheid doen opbouwen! Met dat jaar als basis had ik een stevige basis voor de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige die ik daarna deed. Daar ben ik voor gezakt en nu ik dit zo schrijf denk ik eigenlijk dat het ook andersom was: dat ik de opleiding zelf heb afgekeurd omdat ze me niet het liefdevolle beeld konden laten behouden dat ik heb ervaren in het team waarin ik werkte in Rosenburg.

Dus, lieve ome Jan, ter ere van uw verjaardag schrijf ik u nu, zodat u beelden krijgt van de gevolgen  van uw advies aan een 17-jarig meisje dat niet wist waar te beginnen. Naast het enorme plezier dat ik altijd heb als ik me herken in uw liefde voor taal, draag ik dit dus ook met enorme dankbaarheid in me.

Van harte gefeliciteerd met uw verjaardag. Ik hoop dat u een inspiratiebron voor velen mag blijven en dat u nog veel plezier aan de mensen mag beleven. Ik prijs me gelukkig dat u deel uitmaakt van mijn familie!

Veel liefs