de troostzoekers

lieve ome Jan,

vandaag merk ik het voor het eerst: m’n vingers weten de goeie volgorde van het nieuwe jaartal. 2012 vertypte ik me maar steeds, maar nu voel ik heel liefjes m’n vingers de goeie kant op gaan: 2021. Een stapje achterúit. Ik voel het met verwondering. Een stapje áchteruit.

Gisteren kwam hij: onze nieuwe printer. Op m’n vrije dag. Men zou kunnen denken dat al mijn dagen vrij zijn, maar dat is niet zo. Gisteren kwam Nicole en tot m’n verrassing betekende dat “vrije dag”. Het werd ook werkelijk vrij, met uitspraken als “ik kan je wel zoenen!” (ook al deed ik het niet) en ineens afspreken met Marjan om bij haar te komen eten, toen bleek dat we niet konden bellen. Op deze dag kwam dus de printer, ofwel “het apparaat om onze woorden uit te drukken”. Alleen had ik nog geen tijd om hem te installeren. Daar was ik te vrij voor.

Vandaag dus geen vrije dag, wat mij niet weerhoudt van schoonheid vinden. Marjan had mij gisteren opmerkzaam gemaakt op een danser genaamd Ohad Naharin en toen ik hem vond, zag ik een dansvoorstelling die begon met gesproken tekst. Ik dacht meteen: dat moet ome Jan horen. Ik wist niet wat het was, maar ik vermoedde Hebreeuws. Toen ik ging zoeken bleek de dansmuziek een traditioneel Hebreeuws/Joods liedje te zijn dat gezongen wordt met Pesach. Echad Mi Yodea heet het en de dans zelf vertelde me een heel verhaal. Dus niet alleen vind ik dat u het moet horen. Ik vind zelfs dat u het moet zien. De volgende keer dat ik naar u toe kom neem ik m’n laptopje mee.

Naast het gedicht van Marieke Lucas Rijneveld, stuur ik u ook m’n schrijfsel over hoe de rozen me lieten weten dat ik van m’n moeder hield en dat ik vermoedde dat m’n moeder me liet weten dat ze dat wist, na haar dood. Ik weet niet zeker of ik u dat al had laten lezen. Maar het was eigenlijk een bijlage bij de nieuwjaarskaart.

Veel liefs en tot de volgende keer!